zondag 19 december 2010
Week 8: Vrouwenbesnijdenis
De film is allesbehalve zwaar. De regisseur, Ousmane Sembene, schets dit zware thema op een zeer kleurrijke achtergrond. Er zijn weinig tot geen confronterende scènes in de film. Alles wordt op een eenvoudige manier voorgesteld. Enkele meisjes vluchten net voor hun besnijdenisritueel en vinden onderdag bij Collé, een vrouw die destijds haar eigen dochter niet heeft laten besnijden. Heel het dorp is in verroering, maar uiteindelijk kan Collé eerst de andere vrouwen in het dorp overtuigen om hun dochters niet te laten besnijden en later ook de Salindana. De vrouwen komen in opstand en er wordt beslist om geen besnijdenisrituelen meer uit te voeren. Dit zou uiteraard ideaal zijn, maar uit al het voorgaande blijkt dat de realiteit een stuk moeilijker is.
In een zeer kleurrijk dorpje in het hedendaagse Burkina Faso begint het verhaal over een gruwelijk thema dat jaarlijks 100 tot 140 miljoen meisjes en vrouwen in de wereld meemaken.
Vier jonge meisjes zijn op de vlucht en zoeken onderdak bij Collé. Nadat de meisjes gekalmeerd zijn, achterhaalt Collé dat deze meisjes gevlucht zijn van hun besnijdenisritueel. Daarop beslist ze hen onderdak te verlenen. Natuurlijk zijn de moeders van de meisjes er al snel achtergekomen waar hun dochters verblijven. Collé is hen voor en roept een heiligplaats of ‘moolaadé’over haar huis, door een rode koord voor haar deur te spannen. Dit betekent dat niemand haar erf mag betreden om de meisjes mee te nemen. De moeders zijn verontwaardigd want hun dochters moeten besneden worden om ‘rein’ te worden verklaard. Omwille van de ‘moolaadé’ kunnen ze echter niets doen dan terug naar hun huizen trekken. Niet enkel de moeders van deze meisjes, maar ook alle andere dorpelingen zijn misnoegd over deze situatie.
Zulke situaties lijken onvoorstelbaar voor ons, maar in Afrika en ook in enkele andere delen van de wereld worden vele meisjes vandaag de dag nog besneden. Wat is nu vrouwenbesnijdenis precies?
Onder vrouwenbesnijdenis worden alle handelingen waarbij de externe vrouwelijke geslachtsdelen geheel of gedeeltelijk worden weggehaald of verwond, alsook alle andere ingrepen aan de geslachtorganen voor culturele, religieuze of andere niet – medische redenen verstaan.
De Wereld Gezondheidorganisatie (WHO) onderscheidt de volgende vier vormen van female genital mutilation (FGM) ofvrouwelijke genitale verminking (VGV).
Type I
Het verwijderen van de voorhuid, eventueel met een gedeeltelijke of gehele verwijdering van de clitoris. Dit is de lichtste, meest symbolische vorm van besnijdenis.
Type II
Verwijdering van de clitoris (clitoridectomie) met gedeeltelijke of gehele verwijdering van de kleine schaamlippen, waarbij soms de schede een klein stukje wordt dichtgemaakt.
Deze variant komt wereldwijd het meeste voor. De WHO schat dat tachtig procent van alle besneden vrouwen een type II besnijdenis heeft ondergaan.
Type III
Verwijdering van de volledige genitaliën en het dichtnaaien of vernauwen van de vagina (infibulatie of faraonische besnijdenis). Infibulatie is de meest extreme vorm, waarbij de clitoris en de kleine schaamlippen helemaal en de grote schaamlippen gedeeltelijk worden weggesneden. De wondvlakken worden vervolgens aan elkaar genaaid, behalve een kleine opening van 1 tot xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />3 centimeterwaardoor urine, afscheiding en menstruatiebloed kan worden afgevoerd. Volgens schattingen zijn vijftien procent van de besneden vrouwen geïnfibuleerd.
Type IV
Het prikken, snijden, branden of piercen van de clitoris en/of schaamlippen, het uitrekken van de clitoris en/of schaamlippen, inbrengen van bijtende stoffen of kruiden, enzovoorts. Zo wordt bij de Nandi die in Oost-Afrika en meer bepaald in Kenia leven, de clitoris weggebrand met hete kolen. Hieronder verstaan we dus ook de modieuze piercings in de westerse wereld.
De leeftijd waarop meisjes worden besneden is afhankelijk van de lokale tradities van het land. Meestal gebeurt het tussen de 6 en 12 jaar of vlak na de geboorte. Waarom ouders hun dochter laten besnijden wordt vaak en ten onrechte gezien als een religieus gebruik. Vrouwenbesnijdenis is geen islamitisch gebruik, want het werd al uitgevoerd voor het ontstaan van de islam en het christendom. In gebieden waar het gebruik veel voorkomt, zie je dat ook meisjes uit andere religies worden besneden. Het is dus een cultuurverschijnsel, dat zich 1500 jaar geleden samen met de islam vanuit Noord-Afrika heeft verspreid naar het Midden-Oosten en Azië. De oorsprong van het besnijden van vrouwen ligt waarschijnlijk in het Egypte van de farao’s. De oudste geschreven bronnen zijn van de hand van de Griekse historicus Herodotus. Hij stipt het gebruik aan in een reisverslag uit de vijfde eeuw voor Christus.
De Egyptenaren, en degenen die het van ze geleerd hebben, zijn de enigen die besnijdenis uitvoeren. Door hygiënische attentie (be)snijden ze altijd meer dan normaal.
Het komt voor in vele Afrikaanse landen en bij bevolkingsgroepen in een aantal andere landen in het Nabije Oosten en in Azië. In Somalië, Djibouti, Noord-Soedan en Mali worden bijna alle meisjes besneden en wordt veelal de meest ingrijpende vorm toegepast.
Ouders laten de besnijdenis uitvoeren uit liefde, om het kind te beschermen en om haar toekomst veilig te stellen. Veel meisjes en vrouwen zien de ingreep als iets vanzelfsprekends: het hoort erbij, iedereen is immers besneden. Vaak zijn ze opgelucht en trots als het voorbij is. De pijn hoort bij het leven van een vrouw. Er worden onder meer de volgende redenen gegeven door mensen die het gebruik praktiseren: het vergroot huwelijkskansen, het is een teken van een goede opvoeding, …
Amsatoe, de dochter van Collé, is beloofd aan een jonge man met een goede komaf. Dit huwelijk komt in gedrang omdat Collé destijds haar dochter niet heeft laten besnijden. Daarmee wordt bewezen dat de mensen in deze landen nog steeds heel veel belang hechten aan het feit of een meisje besneden is of niet. De reden waarom Collé zich, in tegenstelling tot de anderen vrouwen, tegen vrouwenbesnijdenis verzet, is dat haar eigen ervaring tijdens haar besnijdenisritueel allesbehalve goed waren. Daarom weigerde ze na twee doodgeboren kinderen haar dochter Amsatoe te laten besnijden.
Het moeilijk kunnen bevallen is maar een van de vele negatieve gevolgen van vrouwenbesnijdenis. De besnijdenis kan psychische klachten en problemen met betrekking tot seksualiteit veroorzaken. De kans op lichamelijke klachten en medische complicaties is tijdens de ingreep maar ook daarna zeer groot.
De gevolgen voor de geestelijke gezondheid zijn moeilijker te meten. Het is mogelijk dat meisjes zich incompleet voelen, of last krijgen van angststoornissen en depressies, maar ze zullen hier niet snel iets over zeggen. Ook als ze geen besnijdenis laten uitvoeren kunnen en geestelijke gevolgen voorkomen. Dit omwille van het feit dat een onbesneden meisje door haar omgeving als onrein en onhuwbaar wordt bestempeld. Een mogelijk seksueel gevolg op langere termijn na de ingreep is bijvoorbeeld angst voor seks.
De medische gevolgen kunnen opgedeeld worden in 2 groepen, nl. gevolgen direct na de ingreep en gevolgen op langere termijn.
De cijfers, feiten, … zijn angstaanjagend! Dan vraag ik mezelf af hoe men deze mensen kan laten inzien dat vrouwenbesnijdenis huiveringwekkend is? Er zijn vele betrokkenen die zich zouden moeten inzetten om ervoor te zorgen dat deze gruwelijkheden een einde kennen.
Eerst en vooral zouden de regeringen van de betrokken landen hier iets aan moeten doen. In verschillende Afrikaanse landen is vrouwelijke genitale verminking verboden, maar landen die geen wetgeving kennen, zoals bijvoorbeeld Gambia en Somalië, hebben wel het Maputo Protocol* ondertekend. Wetgeving is geen garantie voor bescherming van de meisjes. Er zijn geen officiële gegevens beschikbaar over de hoeveelheid veroordelingen in Afrikaanse landen, maar er zijn ook geen rapportages bekend over een actief opsporingsbeleid.
Daarna zijn er ook de huidige generatie moeders die dit probleem uit de wereld kunnen helpen. Onder deze vrouwen behoren ook de uitvoerders van deze angstaanjagende praktijken. In de film ‘Moolaadé’ zijn het rood geklede vrouwen, de Salindina genoemd, die de meisjes besnijden. Ze voeren hun ‘operaties’ uit met een klein mesje op alle meisjes.
Als een meisje besneden is, is ze rein en kan ze makkelijk een echtgenoot vinden. Daarom laten vele moeders hun dochter besnijden en denken ze niet aan de gevolgen. Ze maken de besnijdenis zelf mee, dus zij zouden diegene moeten zijn die de gevaarlijke gevolgen aankaarten.
Daarnaast zijn de mannen ook gedeeltelijk verantwoordelijk voor de vrouwenbesnijdenis. Ze onderdrukken de vrouwen door hen te laten besnijden. Als een vrouw besneden is, maakt ze kans op een huwelijk. Voor vrouwen in deze landen is het belangrijk om te kunnen trouwen. Daarom laten ze, ook al willen ze het niet, zich besnijden. Ze wil niet verstoten worden uit hun gemeenschap en zeker niet ongehuwd blijven.
De vrouwenbesnijdenis zit zo diepgeworteld in de cultuur van deze mensen dat het moeilijk op een dag kan veranderen. Dit betekent echter niet dat hier niets aan gedaan kan worden.
De film ‘Moolaadé’ maakt mij bewust over de ernst van vrouwenbesnijdenis. Het lijkt voor deze mensen vanzelfsprekend dat meisjes besneden worden, terwijl de gevolgen zeer serieus zijn. Tijdens en na het schrijven van mijn verslag kwam er een groot vraagteken bij me op:
Waar halen deze mensen de vrouwenbesnijdenis vandaan? Hoe komen ze erop om dit toe te passen?
Ik vond het zeer interessante en leerrijke ervaring om deze week dit probleem te onderzoeken. De film is zeker een aanrader voor wie meer over vrouwenbesnijdenis wil te weten komen. Waar ik het persoonlijk moeilijker mee had bij de film is het begin. Doordat de film eigenlijk begint met de woorden Asalaamoe alaikoem, kreeg ik het beeld dat vrouwenbesnijdenis en islam met elkaar verbonden werden.
Bronnen:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Vrouwenbesnijdenis
http://www.filmfocus.nl/films/15380-Moolaade.html
http://www.meisjesbesnijdenis.nl/
http://www.vluchtelingenorganisaties.nl/fgm/fgm.asp
zondag 12 december 2010
Week 7: Noord-Korea
Om het heden van Noord – Korea te begrijpen, moet je uiteraard ook het verleden ervan kennen. Daarom heb ik hier wat opzoekwerk naar gedaan. Sinds 1946 kwam de communistische partij van Kim Il Sung hier aan de macht. Zij zorgden ervoor dat er geen andere partijen meer waren, dat religie werd onderdrukt en dat de economie werd geleid door de partij. Hij zou tot inde jaren negentig de controle hebben in Noord – Korea.
In 1948 werd in Pyongyang de onafhankelijkheid uitgeroepen. Noord – Korea was hierdoor geboren als een zelfstandige staat. Uiteraard is er naast een Noord – Korea ook een Zuid – Korea. De Noord – Koreanen vielen dit dan ook binnen in 1950, en dit was de start van de Koreaanse oorlog. Ironisch genoeg is er een wapenstilstand aan de gang, maar de oorlog zelf is nooit beëindigd. Dat zien we de afgelopen weken zelfs in het nieuw. Noord-Korea valt Zuid-Korea nog steeds aan door een schip en een eiland te bombarderen.
Noord – Korea herstelde zich vlug van de oorlog en in 1960 was het land zich terug aan het ontwikkelen. Dit ging voornamelijk door de betere industrie. Tegen 1970 was het land dan ook het meest geïndustrialiseerde land van Azië, na Japan. Verder ging men zich ook meer en meer afsluiten van Zuid – Korea. Men zag in dat het zo echt niet verder kon tussen Noord- en Zuid – Korea en men ging dan ook zoeken naar een oplossing: deze werd niet gevonden en Noord- en Zuid – Korea bleven naast elkaar leven.
In 1991 werd Noord – Korea lid van de VN en in 1992 sloot Noord-Korea een akkoord over het bevriezen van zijn nucleaire programma met het Internationaal Atoomenergie Agentschap: dit akkoord werd echter geschonden en het is zeer waarschijnlijk dat Noord-Korea effectief atoomwapens heeft.
De jaren negentig was een periode waar een enorme voedselcrisis heerste in Noord – Korea. Die duurde het hele decennium en eiste van 2 a 3 miljoen Koreanen het leven. Als oorzaken voor de crisis zei men dat het was door de beperkte subsidies door Rusland en China, het strikte overheidsbeleid en een periode van droge en natte periodes.
Ook vandaag de dag is er weinig voedsel. Als gevolg daarvan vluchten veel Noord – Koreanen naar China. China erkent hen echter niet als vluchteling en stuurt hen terug. Aangezien vluchten naar het buitenland hier een ernstig misdrijf is, worden de teruggekeerde vluchtelingen gestraft met opsluiting in werkkampen, gevangenisstraf of de doodstraf.
Pyongyang
Wat heb ik dan allemaal geleerd over Noord – Korea door het boek Pyongyang te lezen? Om te beginnen weet ik nu dat Pyongyang de hoofdstad is van Noord – Korea. In Noord – Korea leven heel weinig buitenlanders, vroeger zelfs geen. Door enkele buitenlanders toe te laten (die eigenlijk gewoon noodzakelijk zijn omdat Noord – Korea in bepaalde gebieden nog steeds een ontwikkelingsland is), denkt men dat men de poorten heeft opengezet tot het land. Maar hoe is Noord – Korea in feite zo communistisch land geworden vraag ik me af?
Het is allemaal begonnen op 9 september 1948 toen de republiek werd uitgeroepen. De persoon die dit deed was Kim Il – Sung. Hoewel deze persoon in 1994 is overleden, zie je in het stripverhaal ook dat hij nog steeds de Grote Leider is: op een gegeven moment zegt men ook letterlijk dat ondanks zijn overlijden in 1994 hij nog steeds de leider is. Hoe merk je dat dan in het straatbeeld? Simpel, de mensen worden verplicht om een badge te dragen van ofwel Kim Il – Sung ofwel van Kim Jong-Il (de huidige president, is trouwens ook de zoon van Kim Il – Sung). Wist je trouwens dat er in Pyongyang een standbeeld staat van 22 meter (!!!)van Kim Il – Sung volledig gemaakt uit brons? Voorbije week is dat beeld nog in het nieuws gekomen. Mensen die iets heel goed of heel slecht hebben meegemaakt gaan hun dank of vergeving vragen aan dat beeld. In elke woonkamer, school, openbare plaats, eigenlijk overal kijk>en deze twee figuren naar hun volk.
In Noord – Korea is het verboden om negatief te spreken over deze twee m ensen en ook van persvrijheid is echt geen sprake. De bevolking wordt dus onderdrukten iedereen die uit het gareel loopt moet naar de strafkampen. Officieel bestaan deze kampen niet, maar iedere Noord – Koreaan weet dat ze er effectief zijn. Verder valt het ook op in het stripverhaal, dat je geen enkele gehandicapte ziet in Noord – Korea. Waarom is dat zo vraagt men op een gegeven moment in het stripverhaal: het antwoord is omdat, ik citeer “het grote Noord – Korea alleen maar sterke, intelligente en loyale mensen bezit”. Yeah right. Je mag er vrij zeker van zijn dat deze mensen ook worden overgebracht naar strafkampen. Nu we toch over de volk bezig zijn, gaan we ineens door naar het armzalig bestaan van de bevolking: wie is deze bevolking, waaruit bestaat deze en hoe worden ze behandeld?
De bevolking bestaat voornamelijk uit Koreanen (er zijn ook nog Amerikaanse staatsgevangenen!) die de Koreaanse taal spreken. Net zoals in het communistische China (het enige land waar de Noord – Koreanen iets of wat goed contact mee heeft) is er een beperking ingevoerd om de bevolking niet meer te laten groeien. Sinds 1976 mag men pas vanaf 27 jaar trouwen als vrouw en als man pas vanaf 30 jaar. Hoe kijkt de politiek naar de gewone mens? Zoals men zelf zegt: slechts 1/3de van het land moet effectief overleven. Zoals eerder gezegd is er sprake van een censuur in Noord – Korea: de mensen mogen zelf niet schrijven in de krant wat ze willen: alle kranten zijn in de handen van de overheid.
Omdat men maar rekent dat 1/3de van de bevolking effectief moet overleven, zal het je waarschijnlijk ook niet echt verbazen dat er heel wat hongersnood is. Dit is ook één van de redenen waarom men de grenzen heel lichtjes heeft opengedaan. Ik vroeg me dan ook af wat een Koreaan zou eten buiten rijst. Na wat opzoekwerk vond ik effectief hier wat meer informatie over: het hoofdingrediënt voor zowat alle maaltijden bestaat uit rijst en vis. Net omdat men zich niet echt concentreert op de landbouw gebeurt het heel regelmatig dat deze effectief vervallen zijn. Maar waar ligt dan wel het zwaartepunt van de Noord – Koreaanse economie? Het belangrijkste hier is de zware industrie. Net zoals Duitsland ten tijde van de wereldoorlogen hun economie deed stijgen door zware staalmachines te bouwen om wapens te maken. Zo was er in Noord_Korea en stijgende economie door de nucleaire en oorlogen tussen Noord- en Zuid-Korea vanaf 1993 tot heden.
Zoals je kan afleiden is Noord – Korea een militaire staat. Zo heeft het Noord – Koreaanse leger het derde grootste leger van de wereld. Het moet dan ook niet gezegd worden dat de Noord – Koreanen en de Amerikanen effectief aartsvijanden zijn. De Noord – Koreaanse overheid probeert dan ook om elke keer zijn superioriteit tegenover Amerika te bewijzen. Zo hoor je nog heel regelmatig het verhaal dat er in 1968 een Amerikaans schip in de Noord – Koreaanse wateren lag: dit was duidelijk een geval van spionage! De Noord – Koreanen vielen het schip dan ook aan, en namen de Amerikanen als staatsgevangenen. Wist je trouwens dat je veel geld kan verdienen wanneer je een lijk van een Amerikaanse soldaat vindt?
Nu anno 2010 merk je opnieuw de spanningen tussen Noord-Korea en Amerika (via Zuid-Korea) . Kim Jong Il wilt aan zijn volk en aan de rest van de wereld laten zijn dat hij de touwtjes in handen heeft door een strijd aan te gaan met Zuid-Korea.
Zijn er echter veranderingen op til? Ik heb eens gezocht en president Obama heeft zich nog niet uitdrukkelijk uitgesproken om de relaties met Noord – Korea te verbeteren. Toch zijn er al enkele punten waar een evolutie te merken valt. Stilaan worden ook kapitalistische elementen in Korea toegelaten, deze waren in het verleden gewoon alleen toegankelijk voor de “bezoekers” van Noord – Korea en niet voor de inwoners zelf. Hier lijkt nu stilaan ook verandering in te komen.
Zo is het sinds 2002 toegestaan dat de burgers goederen aan elkaar verkopen volgens de prijzen van de markt. Er worden dan tegenwoordig ook kastanjes, sigaretten, frisdrank en aardappels op straat verkocht. Tot voor een paar jaar terug was het ondenkbaar dat de overheid de prijs niet zou bepalen. Waarom zou men echter beperkte toegevingen doen ondanks dat Noord – Korea het kapitalisme haat? Wel, Noord – Korea heeft een rampzalige economische positie en een minimum aan vrije marktwerking is noodzakelijk om in deze wereld te overleven.
Toch houdt de overheid alles goed in de gaten. Er wordt belasting geheven op alle handel en alle verkopers betalen een aparte belasting. De prijzen worden ook goed in de gaten gehouden, zodat een inflatie kan worden tegengehouden in een vroeg stadium. Wat je je dan moet afvragen is of dit wel effectief het idee is van een vrije markt? Persoonlijk denk ik van niet.
Stilaan zijn er ook meer en meer kleine ondernemingen van Noord – Koreaanse burgers. Deze radicale veranderingen hebben ervoor gezorgd dat er meer auto’s rondrijden in de straten (behalve op zondag want dan mag de auto niet gebruikt worden omdat dit goed is voor de gezondheid, of zou het misschien eerder omdat men de dure en schaarse brandstoffen niet mogen verbruikt worden door de gewone man? Maar zolang de nucleaire toestand in Noord – Korea nog steeds van kracht is zullen de landen die hen helpen heel beperkt zijn. En zonder kapitaal zullen de economische hervormingen ALTIJD mislukken.
Deze veranderingen moeten echter vanbinnen uit komen om een einde maken aan de schrijnende mensenrechtenproblemen (geen recht op vrije meningsuiting, er is maar één politieke partij: de communistische, vervolging van bepaalde rassen : bv Amerikanen, armoede, geboortebeperking,…). Maar hoe kan men dit dan doen? Eén van de oplossingen zou een economische bloei kunnen zijn zodat er een economische gegoede middenklasse ontstaat, die bescherming van de eigen middenklasse zal eisen, net zoals vrijheid. Denk maar wat er tijdens de Franse Revolutie gebeurde. Maar de grenzen moeten er ook open gaan om samen tot een dialoog te komen: dit zal een werk van lange adem worden!
Noord-Korea en actualiteit
http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/programmas/journaal/2.9798/2.9799/1.745235
maandag 22 november 2010
Week 6: Iran vroeger tot nu via Persepolis
Vandaag heerst er een vrij negatief beeld over Iran. Vooral omwille van het feit dat Iran enkel met slechte voorvallen in het nieuws komt: uitspraken van president Ahmadinejad o.a. over de Holocaust, een nucleair programma, homo’s en de oorlog in Palestina
Hoe is Iran aan zo een negatief imago geraakt? Waarom denken we bij het woord Iran enkel aan straffe uitspraken en gevaar?
Om deze vragen te kunnen beantwoorden en om een beter beeld te kunnen vormen over de huidige situatie in Iran moeten we terug gaan naar het verleden. Meer specifiek naar de vooravond van de Iraanse Revolutie. Dat is precies waar het verhaal, dat Marjane vertelt in ‘Persepolis’, begint. De titel van deze film verwijst naar de historische Iraanse stad Persepolis.
Via een flashback komt de 8 – jarige Marjane in Teheran anno 1978. Grote opstanden met geestelijken, studenten, intellectuelen, …vinden plaats. Ze protesteren tegen het dictatoriaal bewind van de sjah (koning). De sjah regeert als alleenheerser en onderdrukt de bevolking. Hij kan wel op steun rekenen van het westen, dit omwille van de oliereserves in Iran.
Het volk wil dat de sjah opstapt zodat Iran een democratischer land kan worden. De opstandelingen worden met veel geweld geweerd. Ook de ouders van Marjane nemen deel aan deze demonstraties.
Ik kon het vergelijken met de protesten in Kopenhagen in december 2009. Hierbij kwamen ook gewone burgers op straat die met veel geweld werden onderdrukt.
In 1979 is het zover: de Iraanse Revolutie is een feit! De sjah vlucht naar het buitenland. Er heerst eerst een ware euforie in het land. De politieke gevangenen worden vrij gelaten. Dit allemaal was slechts de eerste fase van de revolutie, want 1 jaar na de revolutie dreigt de mooie droom te eindigen in een nachtmerrie wanneer de islamitische partij de verkiezingen met een overweldigende meerderheid wint.
Iran wordt uitgeroepen tot een islamitische republiek onder leiding van ayatollah Khomeini (de geestelijke leider en ), die uit ballingschap keert. Hij was de voorloper van Ali Hoesein Khamenei.
De bevolking komt in een nog strenger regime terecht, dat erger is dan het bewind onder de sjah. … De voorstanders van de revolutie zijn teleurgesteld en beseffen dat de nieuwe machthebbers een repressiever beleid zullen uitvoeren. Andersdenkenden worden niet getolereerd en worden opgepakt. Bovendien lijdt de positie van de vrouw in de samenleving meer en meer onder de onderdrukking. De eens moderne vrouwen worden onder het nieuw bewind verplicht tot het dragen van hoofddoeken als ze buiten komen. Marjane voelt zich onderdrukt onder haar hoofddoek, maar kan dankzij haar humor deze grote verandering verdragen.
Ondertussen profiteert Saddam van de interne problemen in Iran en valt het land binnen. Deze oorlog zal 8 jaar lang duren en het leven in Iran nog erger maken. Vele slaan op de vlucht tijdens deze oorlog. Ook de ouders van Marjane sturen haar naar Wenen. De Iraanse autoriteiten maken van de situatie eerder gebruik om de bevolking nog meer onder hun controle te krijgen dan te vechten tegen Irak. Zo worden jongens misleid om te gaan vechten voor hun land, alle westerse producten worden verboden, buren worden aangezet om elkaar te spioneren, … Al deze regels brengen beperkingen met zich mee, maar de mensen blijven niet bij de pakken zitten. Ze zoeken nieuwe manieren om zich toch een beetje te kunnen vermaken. Zo organiseren ze geheime huisfeestjes waar ook alcohol wordt geconsumeerd, iets wat sinds het nieuw regime verboden is.
Het resultaat van de oorlog: 8 jaar oorlog voor niets en 1 miljoen doden voor niets. Na de oorlog (1988) is de situatie niet beter dan voordien. Alles wat naar het westen verwijst, is verboden. Alle regels moeten strikt nageleefd worden. Marjane keert terug naar haar land en beseft vrij snel dat ze er als vrouw bijna niets mag. Ze mag wel naar school, maar moet volledig gesluierd zijn en enkel met meisjes omgaan. Over politiek mogen de studenten zeker niet praten en als ze dit wel doen worden ze opgepakt. Hun leven wordt beperkt en volledig gecontroleerd.
Na veel vallen en opstaan beseffen de ouders en Marjane ook dat ze zich niet kan aanpassen aan de situatie in Iran. Ze is te mondig en volgt de regels die opgelegd worden niet. Dit zou voor erge problemen kunnen zorgen. Daarom besluit ze voor een 2de keer naar het buitenland te gaan.
Teheran anno 2009: 30 jaar na de Iraanse Revolutie zijn er weer studenten, geleerden, … op straat. Ze protesteren tegen de verkiezingsuitslagen en beweren dat deze vervalst zijn. Ze wijzen allemaal naar Ahmadinejad. Hij wordt gezien als een van de meeste conservatieven in Iran. Hij heeft als doel Iran terug te brengen naar de beginselen van de Iraanse Revolutie.
Dat er terug gegrepen wil worden naar het verleden bewijst Ahmadinejad door het westen vaak uit te dagen en te bedreigen. Dit doet hij vooral door te werken aan de verdere ontwikkeling van nucleaire technologie in zijn land. Hij zorgt voor beroering door de Holocaust te ontkennen en uitspraken te doen zoals ‘er zijn geen homo’s in Iran’. Het niet respecteren van vrije meningsuiting en persvrijheid zijn dan ook andere aspecten die Iran tot een omstreden land maken. Zo werden gedurende de opstanden naar aanleiding van de presidentsverkiezingen de actievoerders hard aangepakt, alle sociale netwerksites afgesloten, buitenlandse journalisten werden uit het land gezet of gearresteerd, … Door het contact met de buitenwereld te verbieden willen de Iraanse autoriteiten voor een isolement zorgen.
Ahmadinejad is niet de enige bestuurder van het land. De eigenlijke machthebber is Khamenei, de religieuze leider. Vele politieke beslissingen worden door de president genomen, maar als het in tegenspraak is met de sharia worden deze beslissingen verworpen door de religieuze leiders. De macht ligt in handen van enkelen als alle beslissingen zomaar verworpen kunnen worden. Zo eiste de andere presidentskandidaat, Mousavi, na de verkiezingen een hertelling omdat er massaal fraude gepleegd zou zijn, de Raad van Hoeders onderzocht deze bewering. Ze constateerde dat er onregelmatigheden waren tijdens de verkiezingen. Een hertelling van 10% van de stemmen werd aangekondigd, maar nieuwe verkiezingen werden uitgesloten. Dit toont een gebrek aan democratie in het land, en dit is ook een bedreiging volgens het Westen.
Dat het westen zich zorgen maakt over Iran wordt vaak duidelijk tijdens de G20 bijeenkomst. Er werd bekend gemaakt dat Iran bezig zou zijn met het bouwen van een 2de nucleaire verrijkingsfabriek. De VS en andere grote landen veroordelen Iran, maar Ahmadinejad zei dat de andere landen nog spijt zullen krijgen van hun loze beschuldiging. Hij blijft harde taal spreken omdat hij vrij spel heeft zolang het niet bewezen is dat er in Iran aan zulke praktijken wordt gedaan.
Ahmadinejad
In de film wordt er ook gefocust op het menselijk aspect in Iran. Hoe de mensen de onderdrukking ervaren. Zo zijn de ouders van Marjane zeer moderne mensen en vragen zich af hoe het ooit zo ver is kunnen komen. Ze nemen deel aan de demonstraties en vechten voor hun rechten. Dit is ook wat de mensen vandaag in Iran doen. Ze komen op voor hun ‘stem’ en eisen hervormingen die Iran tot een democratischer land zal leiden. Een filmpje van het overlijden van de jonge vrouw Neda Soltani verspreidde zich wijd over het Internet. Neda, Farsi voor stem, groeide als ‘de stem van Iran’ uit tot één van de belangrijkste symbolen van de protestbeweging.
Dat zoveel mensen op straat zijn gekomen na de verkiezingsuitslagen bewijst dat veel mensen in Iran misnoegd zijn over hun situatie. Ze willen verandering, maar worden tegengehouden. Dat de Iraanse Revolutie nog steeds verder leeft in Iran is duidelijk. De hervormingsgezinden zijn er op uit om Iran om te vormen in een moderne staat, terwijl het huidig bestuur terug wil gaan in het verleden en Iran omvormen tot een staat waar niets of niemand in tegenspraak is met de sharia.
‘Persepolis’ is een aanrader voor iedereen die zich vragen stelt over de situatie van Iran vandaag. De film toont op een zeer duidelijke wijze de historische context van het ontstaan van de islamitische republiek Iran. Het schetst het leven in Iran voor, tijdens en na de Iraanse Revolutie vanuit het standpunt van een jong Iraans meisje. Het verhaal begint met een flashback, maar is daarna lineair opgebouwd waardoor de soms toch wel moeilijke geschiedenis van Iran makkelijk is weergegeven. De film maakt ook duidelijk dat de wortels van het omstreden Iran van nu toen gelegd werden.
Geraadpleegde bronnen:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Iran
http://www.youtube.com/
http://www.gva.be/nieuws/buitenland/aid841992/brutaal-vermoorde-neda-wordt-symbool-van-protest-in-iran.aspx
http://www.hbvl.be/nieuws/buitenland/aid863985/iran-nucleaire-wapens-zijn-niet-van-deze-tijd.aspx
http://www.mo.be/index.php?id=63&tx_uwnews_pi2[art_id]=25706&cHash=83f4b6ab4d
http://www.nrc.nl/achtergrond/article2241264.ece/Verkiezingen_Iran_Hervormingsgezinden_vs._
woensdag 20 oktober 2010
Week 5: Ghandi
Film bespreking
De film speelt af op 30 januari 1948 te New Delhi in India. Dit is de dag waarop Gandhi brutaal vermoord werd door een extremistische hindoe. Je vraagt je dan ook meteen af, waarom het net een hindoe is die hem vermoord ondanks dat Gandhi ook hindoeïstisch was. Doorheen de film (en deze bespreking) krijg je een antwoord op deze vraag. Wat je wel onmiddellijk zag was dat hij een ware volksheld was. Miljoenen mensen willen hun Bapu (=vader) een laatste keer eren. Ook de commentatoren zijn emotioneel geraakt wat je merkt aan hun woorden: “Gandhi stierf zonder geld, zonder bezittingen, zonder officiële titel of ambt. Hij was geen legerleider, wetenschapper of kunstenaar maar een man die zijn land naar de vrijheid leidde. Wanneer iedereen verward was, slaagde hij erin om het geweten van de mensheid te verwoorden”.
Maar hoe slaagde hij erin om het geweten van de mensen te verwoorden? Hoe kunnen we verklaren dat hij erin slaagde om op te komen voor de rechten van alle Indiase mensen? Hiervoor moeten we terug in de geschiedenis gaan. Door middel van een flashback keren we terug naar Zuid – Afrika 1893. Op dit moment komt Gandhi al in aanraking met racisme.
Als gerespecteerde advocaat zijnde, kocht hij een kaartje om in eerste klasse te reizen. Omdat hij gekleurd is, moest hij echter naar de derde klasse verhuizen. Hij weigert dit en ze gooien hem dan ook letterlijk van de trein af. Gandhi trekt op onderzoek uit waarom dit zo is, en hij ontdekt dat het door zijn afkomst is. Indiërs worden als minderwaardig gezien in Zuid - Afrika. Uit onvrede start hij het Indiase Congrespartij van Zuid – Afrika op om tegen dit onrecht te werken. Wat belangrijk is om te weten is dat Zuid – Afrika, net zoals India, een deel van het Britse rijk was. Men werkte hier met pasjes om de identiteit van de inwoner aan te tonen. In deze tijd werden Indiërs dan ook minderwaardig behandeld en berecht. Gandhi begint als reactie hierop de pasjes te verbranden, met een arrestatie met geweld als gevolg. Verder zie je in de film ook al zijn volharding: wanneer blanken roepen dat hij niet samen met een christen op de stoep mag lopen, wijkt hij niet. Zonder geweld, zijn woord is zijn voornaamste wapen.
Wanneer men de pasjeswet wilt aanpassen, is Gandhi verontwaardigd. Vanaf nu moet van elke Indiër een vingerafdruk genomen worden, christelijke huwelijken worden alleen nog meer aanvaard en elke Indiër zijn huis mag doorzocht worden door een politieman. Hij zet de mijnwerkers aan tot protest, waarop de Britse agenten willen reageren met geweld. Uiteindelijk leggen de Indiërs zich op de grond, waardoor de Britten niet kunnen aanvallen. Iets later arresteert men Gandhi. In de gevangenis wilt generaal Smütts spreken met Gandhi. Hij heeft met eigen ogen gezien welke reputatie Gandhi heeft opgebouwd. De generaal sluit een compromis: de wet zal aangepast worden en Gandhi zal voor geen problemen meer zorgen. Hij vertrekt dan ook terug naar zijn geboorteland, India.
In de film volgt dan ook een flashforward naar het jaar 1915: Gandhi komt hier in Bombay aan. Zoals de meesten onder ons wel weten, was er in 1915 een Wereldoorlog aan de gang. India, als kolonie van Groot – Brittannië werd verplicht om deel te nemen aan deze oorlog. Toen Gandhi in Zuid – Afrika was, hebben ze ook niet stilgezeten in India. Men wou zelfbestuur in India hebben. Maar Gandhi kende zijn geboorteland niet zo goed en wilde het beter leren kennen door een rondreis. Wanneer de Eerste Wereldoorlog is afgelopen (=1918) begint de schreeuw naar Indisch zelfbestuur groter te worden. Op het Indische Nationale Congres eist India zelfbestuur. De leider hiervan is Mr Jinnah, die een moslim is. Tijdens dit congres spreekt ook Gandhi de mensen toe: hoewel de mensen eerst sceptisch tegen hem stonden omdat men alleen zijn verhalen in Zuid – Afrika kende en nauwelijks in India was geweest, besefte hij dat men moest rondtrekken om het volk te bereiken. De Britten beseffen dat Gandhi een gevaar aan het worden is voor de Britse overheersing en onmiddellijk arresteren ze hem. Wanneer ze hem willen berechten, zit de zaal vol met Indiërs. De rechter beslist dat Gandhi de provincie moet verlaten wegens ordeverstoring, hij weigert dit echter en meteen erna spreken ze hem zelf vrij. Voor iedereen is hij nu de held.
Nehru, een medestander van Gandhi wilt met behulp van geweld een onafhankelijkheid eisen. Gandhi daarentegen pleit voor actieve en provocerende reacties van de Indiase mensen. Ondertussen is Bapu, de bijnaam van Gandhi overal gekend. Hij is de vader van de staat en hij wilt zorgen dat elke Indiase persoon, onafhankelijk welk geloof hij of zij ook is, gelukkig is. Hij wilt dan ook onafhankelijkheid bereiken door een dag van gebed en vasten in te lassen. Op deze dag zal er dan niet gewerkt worden. Het leger is razend en schiet op heel veel onschuldige mensen. Dit gebeurde bij Armitsar, en gaat de geschiedenis in als het bloedbad van Armitsar.
Er werden maar liefst 1516 onschuldige mensen vermoord!
Gandhi bleef inmiddels de tactiek van non – coöperatie gebruiken. Hierbij verwerpt hij elke vorm van samenwerking, want India heeft de Britten niet nodig. Hij zegt dan ook het volgende: ,, Er is geen enkel volk dat hun eigen slechte regering niet verkiest boven dat van goede vreemden.
De Britten moeten vertrekken, want 100 000 Britten kunnen geen 350 miljoen Indiërs controleren”. Verder is het ook op opmerkelijk dat hij de zwakheden inzag van zijn eigen natie: de religieuze verdeeldheid die er was tussen hindoes en moslims. De protesten werden alsmaar groter tegenover de Britse bezetting, het nieuws verspreidt zich over de hele wereld. Door de grote censuur die er echter binnen India heerst, weet men ironisch genoeg in het buitenland meer over de situatie. Ondertussen escaleren ook de protesten: wanneer men ziet hoe Indiase mensen worden afgeslagen door politieagenten steekt men het politiebureau in brand en vermoord men deze agenten. Gandhi voelt zich moreel verantwoordelijk voor deze campagne en gaat vasten als boetedoening. Iets later arresteert men hem weer: hij geeft toe dat hij inderdaad de regering wilt omver werpen. De rechter veroordeelt hem, ondanks dat hij dat niet wilt, tot zes jaren gevangenis.
De Britten wouden natuurlijk dat men Gandhi vergat. Dat was
uiteraard niet zo en toen hij vrijkwam vocht hij opnieuw voor een vrij India. De wereldwijde pers is inmiddels al op het verhaal over Gandhi gesprongen, wat de Britten uiteraard niet zo leuk vonden. Hij besluit om nogmaals actie te voeren: hij wandelt naar Dandi om hier zout te winnen. Dit was eerder een symbolische daad omdat de Engelsen een monopoly hadden op zout. Door aan te tonen dat dit nu Indisch zout was, erkende hij dat hij de Britten niet meer zag als hun heerser. De Indiase mensen volgen hen met deze zoutwinning, maar iedereen die dit zal onmiddellijk gearresteerd worden. Deze arrestaties gebeurden met geweld. De Indiase mensen willen de volgende dag de zoutfabriek in Dhasserana bezetten door een staking. Ze gaan hier naartoe, en worden hier afgetroefd door de politie. De Indiase mensen vechten echter niet terug. Het belangrijke van deze daad is dat hindoes en moslims naast elkaar liepen met opgeheven hoofd, zonder angst voor verwondingen of de dood. Voor de pers is het Westen het moreel recht over India kwijt. Zoals een Engelse journalist dan ook zegt: ,,India is vrij want ze hebben alles verdragen wat wapens en wreedheden konden brengen en ze hebben niet gebogen noch geweken”. In 1930 lijkt er een doorbraak te komen in de Indiase onafhankelijkheid: Gandhi krijgt een uitnodiging voor de rondetafelconferentie te Londen, maar komt zonder akkoord terug. Volgens hen is India te religieus
Maar niet alleen de onafhankelijkheid van India was een zorg voor Groot – Brittannië, ook de voorbereiding op de Tweede Wereldoorlog werd een probleem. Hitler, die in Duitsland aan het hoofd stond van de NSDAP werd een bedreiging voor Europa. Gandhi weigerde echter om de oorlog te steunen: waar geweld is, is altijd leed, volgens hem. Terwijl Gandhi nogmaals onder arrestatie komt, kon Jinnah vrijuit spreken. Hij heeft de moslims angst aangejaagd door te vermelden dat hindoes en moslims niet samen konden leven. Omdat de hindoes massaal in de meerderheid waren, was men bang voor een eventuele lynchpartij van hen. In de gevangenis sterft ook zijn vrouw, dit klopt echter historisch gezien niet.
Na de oorlog werd India praktisch onmiddellijk onafhankelijk. Toch kwam Gandhi zijn grote droom niet uit: er werd Pakistan opgericht, waar de moslimmeerderheden woonden en India was voornamelijk bevolkt door de hindoes. Bapu wou echter één gezamenlijk India: moslims en hindoes zijn het linker- en rechteroog van het land. Door het voorstel om Jinnah, een moslim tot premier te maken verliest Gandhi heel wat steun van de Hindoes. Hierdoor kan je verklaren waarom een extremistische hindoe Gandhi neerschot: hij voelde zich verraden. Uiteindelijk werd Jinnah premier van Pakistan, en Gandhi’s vriend Nehru de eerste premier van India. Door de oprichting van Pakistan treden nu echter de Indiase – Pakistaanse verschillen op de voorgrond. Er is heel veel geweld en Gandhi besluit om terug te vasten tot de gevechten tot het verleden behoren. Uiteindelijk stoppen deze rellen, maar wanneer Gandhi ging bidden in een publieke ruimte werd hij neergeschoten.
“Als ik wanhoop denk ik eraan dat waarheid en liefde altijd zegevieren in de geschiedenis. Er zijn altijd tirannen geweest, soms lijken ze onoverwinnelijk, maar ze komen altijd ten val. Altijd.”
De actualiteit
Wanneer je de krant leest, zie je regelmatig heel wat aanslagen met religieuze motieven. Toch moeten we dit nuanceren. Door mensen zoals Gandhi is er alvast een dialoog ontstaan tussen mensen uit verschillende godsdiensten. Het loopt pas fout als de politiek zich ermee bemoeid. In ieder geval, Gandhi is één van de grootste mensen op aarde die ooit geleefd heeft. Door middel van een dialoog bracht hij de gemeenschappen dichter bij elkaar. Dat één man dit kon doen is, is echt ongezien. Laten we echter niet naïef zijn: vandaag de dag komen er nog aanslagen voor in India door bepaalde religieuze groepen, en hier moeten we zeker niet doof voor zijn. Maar verder kan je echt niet zeggen dat het werk van Gandhi nutteloos was!
Verder heeft Gandhi ook mede ervoor gezorgd dat de onafhankelijkheidsstrijd geen bloedige strijd werd. In vele landen was de dekolonisatiestrijd een bloedige gebeurtenis, in India viel dat relatief gezien nog mee. Al moeten we uiteraard nuanceren dat er nog steeds te veel onschuldige slachtoffers waren.
Over de film
Deze film is echt een aanrader. Ondanks de lange tijdsduur blijft het je uitermate boeien. Verder is het ook een film die je doet nadenken. Indien je dan ook de kans hebt om deze film te zien, laat deze kans dan niet liggen!
Een woordje vooraf!
In de lessen geschiedenis leren we dat grondbezit macht betekent. Hoe meer grond iemand had hoe meer macht die kon uitoefenen. Sinds de Grieken is kolonisatie een manier geweest om aan die macht te geraken. Al moest men letterlijk over lijken heen.
De grootmacht die ongetwijfeld de meeste kolonies verzamelde was Groot – Brittannië. De trots van de Britse kroon was het grondstofrijke India dat werd gekoloniseerd in 1858. Men vond hier niet alleen goud, zilver en Oosterse specerijen maar ook opium. Uiteraard werd een deel van de bevolking ook slaaf. Verder lag het ook op een strategisch interessante plaats, aan zee.
Deze kolonisatie zorgde voor grote slachtoffers. Zoals eerder gezegd werd de lokale bevolking uitgebuit. Uiteraard waren deze mensen hier niet tevreden mee. Soms kwamen ze in opstand, maar deze werden vaak gewelddadig onderdrukt. Sinds het einde van de 19de eeuw begonnen de Indiërs echter te beseffen dat ze niets gemeen hadden met hun onderdrukker. Ze wilden onafhankelijkheid! Hiervoor hadden ze een grote leider nodig, die vonden ze in Gandhi.
Gandhi werd geboren in Porbandar, India op 2 oktober 1869. Zijn geboortedag wordt zelfs gevierd, wat toch moet betekenen dat hij één van de invloedrijkste personen van Indische afkomst was. Na zijn studies in India besloot hij naar Engeland te vertrekken. Hier ging hij studeren aan de University College London. Toen hij terugkeerde naar India, wilde hij een advocatenkantoor opstarten. Dit werd echter niet zo een succesvol verhaal.
Hij vertrok naar Zuid – Afrika (aankomst in 1906), waar hij de lessen van zijn leven kreeg. Iin Zuid – Afrika was het apartheidsregime aanwezig. Gandhi riep het volk op om zich te verzetten tegen de pasjeswetgeving. Hij maakte wel duidelijk dat er geen geweld mocht gebruikt worden. In de jaren die hierop volgden werden duizenden mensen in elkaar geslagen, gevangen gezet en vernederd. De Indiërs gebruikten echter geen geweld!
In 1915 keerde hij terug naar India. Enkele jaren later, in 1918, stichtte hij een hindoeïstische gemeenschap en begon hij dorpen te reorganiseren en scholen en ziekenhuizen te bouwen. De reacties van de autoriteiten waren schokkend: Gandhi werd gearresteerd en dit leidde tot ontzettend veel protest. Hierdoor kreeg hij ook zijn bijnaam, Bapu ( de vader).
In 1919 was er de Rowlatt – wet die het volk in rep en roer zette. Dit was een wet die de overheid in staat stelde om mensen zonder rechtszaak in de gevangenis te zetten. Onder leiding van Gandhi kwamen hier opstanden tegen. De reactie van het leger onder leiding van de Britten was verkeerd: er vielen veel burgerslachtoffers ondanks dat het een vreedzaam protest was.
De reactie van Gandhi hierop was ook veelzeggend: alle geweld is kwaad volgens hem. Hij realiseerde zich dan ook dat onafhankelijkheid de enige oplossing was om de problemen op te lossen en hij ging zich inzetten voor zelfbestuur.
In 1920 werd hij voorzitter van de India Home Rule League en in 1921 werd hij voorzitter van de Congrespartij. Onafhankelijkheid was één van de doelen van het partijprogramma. Dit moest echter zonder geweld gebeuren.
Verder vond hij ook dat vrouwen een rol moesten hebben in de onafhankelijkheidsbeweging. Om dit te bereiken riep hij iedereen op om zelf kleding te spinnen. Deze campagne was succesvol maar in 1922 ging het mis toen er geweld gebruikt werd. Gandhi riep dan ook uit tot beëindiging van de campagne: geweld was de oplossing niet!
Ironisch genoeg raakte Gandhi zelf in de gevangenis wegens aanzetting tot rebellie. Tijdens zijn afwezigheid werd de Congrespartij in tweeën gesplitst en de samenwerking tussen moslims en hindoes begon ook stroef te lopen.
De Britse autoriteiten probeerden een commissie samen te stellen die de grondwet kon wijzigen, maar deze zou enkel uit Britten bestaan. Uiteraard waren Gandhi en de Indiërs hier niet tevreden mee. Hij riep een boycot uit binnen de Indische politiek. India was rijp voor een gedeeltelijke autonomie en op 26 januari 1930 werd door de Indisch Nationaal Congres uitgeroepen als de dag van onafhankelijkheid voor India.
In 1931 werd het Gandhi-Irwin-pact getekend. Dit was ook een succesje voor Gandhi omdat de Britten beloofden alle politieke gevangenen vrij te laten in ruil voor het opschorten van de burgerlijke ongehoorzaamheidbeweging. In 1932 werd door de regering een voorstel gedaan om aparte verkiezingen te organiseren. Ghandi ging in protest en de regering veranderde het plan. In 1933 vastte hij 21 dagen uit protest tegen de Britse onderdrukking.
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, wilden de Britten dat de Indiërs hen steunden in deze strijd. Ghandi zei echter dat de Indiërs de Britten alleen zouden steunen, indien zij onafhankelijkheid kregen. Hij schreef dan ook de “Quit India” – resolutie waarin de Britse regering werd verzocht om India te verlaten.
Deze campagne was de grootste en meest massale beweging voor onafhankelijkheid ooit. Tijdens deze campagnes vonden massa arrestaties en geweld op grote schaal plaats. Duizenden mensen werden gedood en honderdduizenden gearresteerd. Gandhi zei dat deze campagne een individueel geval was van de Indiërs en geen reden was om de campagne af te gelasten. Toch verkoos hij een geweldloze campagne.
In 1942 werd Gandhi twee jaar vastgehouden in het Aga Khan Paleis. Voor het einde van de oorlog werd hij echter in vrijheid gesteld omdat hij zwaar ziek was. Einde 1943 werd de orde hersteld door het geweld van de Britse troepen, maar “Quit India” was een succes. Tegen het einde van de oorlog maakte de Britse regering duidelijk dat de macht in Indische handen zou komen te liggen. Dit was voor Gandhi de reden om de campagne af te sluiten.
In 1947 werd India dan eindelijk officieel onafhankelijk van de Britten. Maar toch vierde Gandhi de onafhankelijkheid niet, hij rouwde om het geweld tussen de hindoes en moslims. Ironisch genoeg werd de man die streefde voor een revolutie vermoord door een extremistische hindoe.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Mahatma_Gandhi
zondag 17 oktober 2010
Week 4: Museum van de Nationale Bank België
Op woensdag 13 oktober
2010 ben ik het museum van de Nationale Bank van België gaan bezoeken in Brussel.
Ik ga proberen aan de hand van deze uiteenzetting jullie een zo duidelijk mogelijk
beeld te geven van het museum.
Het is 07 uur wanneer ik uit mijn bed kom. Ik maak een klein lunchpakketje klaar, check nog even het adres en de openingsuren. Om mijn blog ook een beetje aantrekkelijk te maken neem ik ook mijn fotocamera mee. Zo gepakt en gezakt “of to Brussels”!
Gelukkig kom ik niet in de file te staan maar is het natuurlijk wel druk in Brussel zelf. Ik vind het zo a
l moeilijk rijden in Brussel maar doe die drukte raakte mijn navigatie
even in de war en reed ik verkeerd. Geen paniek het is maar een klein omweggetje. Eindelijk aangekomen, om 10u17 om precies te zijn.
Aan de balie zit
een vriendelijke vrouw die me zeer beleefd zegt/vraagt “geen student neem ik aan?”. Raar maar waar had ik dit een beetje verwacht en had ik mijn studentenkaart al klaar liggen. Ze excuseerde zich en gaf me een inkomkaartje voor 4 euro. Daarbovenop gaf ze me extra informatie, om het goed te maken, gratis mee.
Genoeg gezaagd zal je wel denken.
Dan gaan we maar aan de eerste van de vijftien zalen beginnen. Bij elke zaal ga ik zoveel mogelijk foto's plaatsen. Zo krijgen jullie een beter beeld van hoe het er van binnen uitziet.
In de eerste zaal word ik eerst hartelijk welkom geheten door de Gouverneur van de Nationale Bank België, Mr. Guy Quaden.
Dit doet hij vanuit zijn kantoor. Het interieur is zo ingericht dat het lijkt op een bank. De volgende 2 zalen zijn respectievelijk de zaal van het Directiecomité en de zaal waarin de Algemene vergadering van aandeelhouders plaatsvond.
Zaal 4
Zoals in de meeste musea
of uiteenzettingen begint men met het geschiedkundig deel. Ook hier gaat het in de 4de za
al over de geschiedenis van het geld. Hoe was het héél vroeger en hoe is dat geëvolueerd?
We gaan terug in de tijd, maar wel heel ver terug. Zelfs in de prehistorie had men al “geld”, laten we dat “primitief geld” noemen. Waarschijnlijk al ooit gehoord van ruilhandel.
Dit is nu nog steeds van toepassing alleen noemen we het niet meer zo. We krijgen iets als we iets van dezelfde waarde terug geven.
Stel je leeft in de periode waar geld nog niet bestond.
Je bent een bakker en wilt je haren laten knippen. Wat doe je dan? Je vraagt aan de kapper of hij
brood, een gebak, een taart, … of iets dergelijks nodig heeft. Dat neem je mee en geef je hem in ruil voor een kapbeurt.
Het “primitief geld” komt op hetzelfde neer
maar is nu iets dat iedereen gebruikt. Voor vlees betaalde je bijvoorbeeld 30 schelpen terwijl je voor een brood er maar 10 nodig had. Dit waren natuurlijk niet zomaar eender welke schelpen en er werd ook niet overal met schelpen betaald. Deze schelpen noemen we kauri schelpen. Ze zijn afkomstig uit de Indische oceaan en waren zeer populair als betaalmiddel. Op de kaart wereldkaart hiernaast en de legende daaronder zien jullie de verschillende betaalmiddelen in de verschillende landen. Zo heeft men aan de noordkust van Amerika vaak betaald in koper in het verleden, ter
wijl men in Zuid – Amerika in de 17de eeuw vaak betaalde in cacao. In Ethopie kon je tot ver in de 20ste eeuw zelfs betalen met zout, terwijl je in China gewoon je goederen kon betalen met thee. In de gebieden rond Azië kon je dan weer betalen met Kauri’s. In sommige gebieden kan je hier zelfs nu nog mee betalen. Op het eilandje Yap, in Micronesië kon je echter o
ok in stenen betalen. In Nieuw – Guinea daarentegen kon je zelfs in hondentanden betalen.
Gelukkig moeten we daar nu niet meer mee betalen. Deze betaalmiddelen zijn pas vervangen door munten vanaf de oudheid (7de eeuw v.C.). Onze eerste westerse munt wordt in Lydië vervaardigd uit een slib van een legering van goud en zilver. Om een intrinsieke
waarde te kunnen geven aan een munt werd het gewaarmerkt door een beeldenaar. Vanaf dan gaat het eigenlijk allemaal al veel sneller. De verschillende heersers zetten hun heldendaden of gezichtsafdruk op de munten zodat ze verheerlijkt kunnen worden. De munten krijgen meer en meer de mooie ro
nde vorm en gaan over van brons naar koper, zilver en zelfs goud. Zelfs in de Griekse euro van vandaag zien we een symbool dat gebruikt werd op de Griekse munten uit de oudheid, namelijk de uil.
Uit China komt niet alleen de eerst de munt maar ook het eerste briefgeld. Het eerste briefgeld heette 1 kuan dit kwam overeen met 1000 cash. Om de waarde ervan herkenbaar en duidelijk te maken werden dan ook 1000 cash karakters erop gedrukt. Samen met die 1000 karakters stond ook de uitgever en zijn stichter, het jaar van uitgifte en de voorwaarden.
In de Middeleeuwen (6de eeuw) had men het niet zo op papiergeld omdat deze periode vooral gekenmerkt wordt door branden.
Om deze reden was het veiliger en verstandiger om munt geld te hebben dan papiergeld.
Vanaf de Nieuwe Tijd dan spreek ik over het jaar 1400 en verder ging alles in een versneld tempo. Er werd op grote schaal, wel handm
atig, aan geld gewerkt. Er kwam meer papiergeld en de munten werden geperfectioneerd. Pas vanaf het jaar 1950 kwamen de bankkaarten, overschrijvingen en cheques.
Zaal 5
Hoe een euro biljet wordt gemaakt en waar men op let komen we te weten in zaal 5. Op de verschillende biljetten staan stijlperioden uit de Europese geschiedenis. Er werd de nadruk gelegd op ramen, poorten en bruggen. Er werd een tekenwedstrijd gehouden om een ontwerp te vinden voor de 7 biljetten. De Oostenrijker Robert Kalina won en noemde zijn thema “Tijdvakken en stijlen in Europa”. De ramen en deuren aan de voorkant drukken de geest van openheid en samenwerking in Europa uit. De 12 sterren van de Europese Unie staan symbool voor harmonie en dynamiek in het huidige Europa. Op de achterkant is een typische brug uit één van de 7 stijlperioden van de Europese architectuur uitgebeeld. De brug symboliseert de samenwerking en communicatie tussen de Europese landen, en tussen Europa en de rest van de wereld.
Al deze kunstwerken zijn puur fictief. Om er zo niet voor te zorgen dat er monumenten uit bepaalde landen naar voor komen en de aandacht krijgen.
Zaal 6
Zaal 6 maakt ons duidelijk hoe zo’n biljet wordt gemaakt aangezien geld niet aan de bomen groeit.
Toch begint de geschiedenis van elk biljet bij een boom, de katoenboom. In tegenstelling tot gewoon papier, dat uit houtvezels wordt gewonnen, gebruiken gespecialiseerde papierfabrieken katoenvezels om biljettenpapier te vervaardigen. De zaadpluizen van de katoenboom worden daartoe geplukt, gehakt en omgeroerd tot de katoenvezels loskomen. Die vezels worden als grondstof gebruikt voor het biljettenpapier. Elk eurobiljet heeft een andere hoofdkleur. Die vind je niet alleen terug in de motieven die op het papier gedrukt worden. Ook het papier zelf is ermee massaal in de massa geverfd. Aan de katoenpulp worden speciale microvezels toegevoegd, die onder ultraviolet licht zichtbaar worden. Anders dan bij gewoon papier blijft de papiermassa zelf grauw. Tegen die achtergrond steken de rode, groene en blauwe microvezels eens zo goed af. Als je de voorkant van een eurobiljet tegen het licht houdt, zie je links een watermerk. Dit bestaat uit het hoofdmotief van het biljet met daarrond, in sterk contrast, zijn nominale waarde. Tegen een ondoorzichtige achtergrond zie je een negatief motief en een positieve waarde, tegen een transparante achtergrond zie je net het omgekeerde. Het watermerk is het gevolg van een verschil in dichtheid van het papier. Tijdens deze fase van het fabricageproces wordt ook een iriserende band op het biljet gedrukt. Op de kleinste coupures (biljetten van 5, 10 en 20 euro) wordt een holografische band aangebracht. In alle eurobiljetten wordt tevens een micro geperforeerde veiligheidsdraad verwerkt. Die wordt zichtbaar in de vorm van een donkere streep als je het biljet tegen het licht houdt. Midden in de streep is de waarde van het biljet aangegeven. Bij elke levering van biljetpapier door een papierfabrikant worden stalen genomen. Die worden aan diverse kwaliteitstesten onderworpen. Alle mogelijke behandelingen die het biljet te wachten staan, worden hierbij nagebootst. Zo wordt de trek-, scheur- en vouwsterkte van het papier gemeten.